Positive Behavior Support (PBS)

Positive Behavior Support is geen kant-en-klare methode, maar een schoolbrede aanpak om positief gedrag te stimuleren. Dit doen we door gewenst gedrag te versterken en ongewenst gedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Op die manier werken we continu aan een veilig, sociaal en positief schoolklimaat.

PBS is eigenlijk de kapstok waaraan we alle schoolregels ophangen. Afspraken en regels toetsen we aan de vraag of de regel positief gedrag bevordert. Zo ja, dan houden we de regel, zo niet, dan moeten we iets anders verzinnen. Om positief gedrag te stimuleren is het belangrijk dat iedereen weet wat de regels zijn en welk gedrag er in bepaalde situaties verwacht wordt. Centraal hierbij staat dat gewenst gedrag in alle ruimtes en situaties beloond wordt via een schoolbreed beloningssysteem. Het gedrag wordt in wekelijkse lessen aangeleerd en geoefend.

Goed gedrag kun je leren

PBS is dus een schoolbreed programma dat de eenheid van regels binnen en buiten de school bevordert. Het programma werkt het beste als directie, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel en ouders op één lijn zitten voor wat betreft het omgaan met gedrag.

Om dit proces te sturen, hebben we op onze school een PBS-team, dat bestaat uit de directeur, de intern begeleider, twee bouwcoördinatoren en een ouder. Dit gedragsteam stippelt de route van het PBS-proces uit en zorgt ervoor dat gemaakte afspraken uitgevoerd worden.

Om tijdig te kunnen bijsturen, volgen en analyseren we het gedrag van de leerlingen. Bijsturen van gedrag gaat daardoor altijd op basis van deze concrete gegevens over individuele leerlingen of groepen.

Tijdens de eerste studiedag PBS, in maart 2014, hebben wij als team gezamenlijk nieuwe waarden voor onze school geformuleerd. En nog altijd staan we achter deze waarden, omdat ze tijdloos en positief zijn.

Voor ons betekent positief gedrag dat wij (leerlingen én leerkrachten):

  • respect hebben voor elkaar (aardig zijn, de ander in zijn waarde laten);
  • zorgen voor emotionele en lichamelijke veiligheid (niet pesten, of iemand pijn doen);
  • verantwoording nemen voor ons gedrag en onze bezittingen (ga netjes om met de spullen van jezelf en van een ander);
  • betrokken zijn (houd rekening met elkaar en help elkaar).